menu  

Joods Monument Arnhem
Joods Monument Arnhem

Toespraak burgemeester Ahmed Marcouch

Toespraak burgemeester Ahmed Marcouch

Ceremonie struikelstenen

Arnhem, 29 september 2025

 

 

Welkom in ons stadhuis!

In het bijzonder heet ik mevrouw Minco welkom.

En een hartelijk welkom ook voor de leden van Klezmerband Hejre Kati.

 

Beste mensen,

 

Van de bekende historica Selma Leydesdorff is het volgende citaat afkomstig: ‘De herinnering is een straat met deuren en achter iedere deur die opengaat, zijn er weer tien deuren.’ 

 

Leydesdorff is onder meer specialist op het gebied van Joodse geschiedenis en van trauma en herinnering. Ze deed baanbrekend onderzoek naar stemmen die tot dan toe in de geschiedenis niet gehoord werden. Dat deed ze vaak door gebruik te maken van oral history. Geschiedenis aan de hand van gesproken getuigenissen.

 

Struikelstenen zijn deuren in de straat van de herinnering. Als je door die straat loopt, markeert de steen een doorgang naar het verleden.

Maar wat heeft een steen te maken met oral history? 

Stenen spreken niet zoals mensen doen.

Maar in hun eigen taal spreken ze wel degelijk over mensen.

Door herinneringen te ontsluiten, vertellen ze verhalen. 

Door verhalen te vertellen, ontsluiten ze meer herinneringen. Geven ze mensen een gezicht.

 

Die herinneringen gaan over Arnhemmers die elders vermoord zijn. Maar vooral over Arnhemmers die hier geleefd hebben. 

Joodse Arnhemmers vooral.

Ze hebben te kort geleefd. Maar ze hebben geleefd in onze stad. 

Ze hebben gelopen door de straten waar wij lopen. Gewerkt. Gespeeld met hun kinderen. Hun vrienden ontmoet. Uitgekeken over de Rijn.

 

Herinneringen zijn waargebeurde verhalen over personen van vlees en bloed. En door die verhalen te vertellen, veranderen de stenen de namen die erop gegraveerd zijn in mensen, in individuen, in Arnhemmers. Dat is hun magie: je kijkt naar de steen en ziet een mensenleven.

 

Dat stenen dat vermogen hebben, is paradoxaal. We hebben het immers over een ‘hart van steen’ als we ongevoelig bedoelen. 

Maar dit zijn stenen die onze harten juist openen. Die ons verbinden met onze medemens, ook als die tientallen jaren geleden leefde. Verbondenheid die de tijd oversteekt.

 

Dat is ook het idee achter het Kofferproject van Arnhemse scholen samen met Joods Monument Arnhem, om over de Holocaust te leren. Tot nu toe hebben het Thomas a Kempis College, het Beekdal Lyceum en het Olympus College meegedaan. Het doel was vooral om Joodse Arnhemmers niet alleen als slachtoffers te zien, maar vooral als mensen, als Arnhemmers. Om hun menselijkheid te laten herleven. 

 

Vanuit die gedachte ben ik ook met een groep leerlingen van deze scholen naar Herinneringscentrum Kamp Westerbork gegaan. Op 27 januari, Holocaust Memorial Day, had ik het voorrecht om samen met hen namen van slachtoffers voor te lezen. Namen die begonnen met de letter Z, want het was de laatste dag van ‘Namen lezen’. Namen lezen betekent: aan iedereen apart aandacht besteden. Erkennen dat al die personen hebben bestaan. Dat ze niet vergeten zijn.

 

Ook in Westerbork kwamen we Arnhem tegen. We zagen er een foto van de veertienjarige Lena Mogendorff, die daar zat voordat ze naar Sobibor moest. Ook haar eren we straks met een struikelsteen. Want ook Lena hoort bij ons, bij Arnhem.

 

Beste mensen,

 

De mensen voor wie we straks struikelstenen gaan leggen, waren heel verschillende mensen. Maar allemaal waren ze Arnhemmers.

 

Sommige maakten deel uit van hetzelfde gezin. Anderen waren bekenden van elkaar. Er zijn kinderen bij. De eigenaar van een kledingfabriek. Een musicus. Een hulp in de huishouding. Een expediteur. Een handelaar in olie en benzine. En, samen met vrouw en dochter, een KNIL-militair die inmiddels op Bronbeek werkte.

 

Er is ook iemand bij die al veilig in Zwitserland was aangekomen en toen naar Londen werd geroepen. Zijn verantwoordelijkheidsgevoel zei hem dat hij het enorme risico moest nemen, dus ging hij weer op reis. In Frankrijk werd hij opgepakt.

 

Door het leggen van struikelstenen bewaren we niet alleen hún menselijkheid, maar ook die van onszelf. En die geven we door, van generatie op generatie. Zodat ook voor nieuwe generaties de deuren van het verleden opengaan. Zo leren we steeds opnieuw aan jongeren dat Arnhem een gemeenschap wil zijn waar elk mens telt. Waar we ons verbonden weten, óók met hen die er niet meer zijn.

 

Struikelstenen zijn kleine monumenten. Voor vermoorde stadgenoten. En voor de kracht van de herinnering. Want de plaats die wij het verleden geven in het heden, is een maatstaf voor onze menselijkheid.

 

Inmiddels liggen er al 106 struikelstenen bij 43 Arnhemse adressen. Vandaag zullen er 26 bij komen, op 10 adressen. Dat alles had niet gekund zonder al het werk en de toewijding van Hein-Willem Leeraar. 

Namens de stad Arnhem wil ik mijn dank uitspreken voor zijn inspanningen. 

 

Ik wens u allen een gedenkwaardige dag.

Dank u wel.

Struikelstenen

Toespraak burgemeester Ahmed Marcouch

Toespraak burgemeester Ahmed Marcouch

Ceremonie struikelstenen

Arnhem, 29 september 2025

 

 

Welkom in ons stadhuis!

In het bijzonder heet ik mevrouw Minco welkom.

En een hartelijk welkom ook voor de leden van Klezmerband Hejre Kati.

 

Beste mensen,

 

Van de bekende historica Selma Leydesdorff is het volgende citaat afkomstig: ‘De herinnering is een straat met deuren en achter iedere deur die opengaat, zijn er weer tien deuren.’ 

 

Leydesdorff is onder meer specialist op het gebied van Joodse geschiedenis en van trauma en herinnering. Ze deed baanbrekend onderzoek naar stemmen die tot dan toe in de geschiedenis niet gehoord werden. Dat deed ze vaak door gebruik te maken van oral history. Geschiedenis aan de hand van gesproken getuigenissen.

 

Struikelstenen zijn deuren in de straat van de herinnering. Als je door die straat loopt, markeert de steen een doorgang naar het verleden.

Maar wat heeft een steen te maken met oral history? 

Stenen spreken niet zoals mensen doen.

Maar in hun eigen taal spreken ze wel degelijk over mensen.

Door herinneringen te ontsluiten, vertellen ze verhalen. 

Door verhalen te vertellen, ontsluiten ze meer herinneringen. Geven ze mensen een gezicht.

 

Die herinneringen gaan over Arnhemmers die elders vermoord zijn. Maar vooral over Arnhemmers die hier geleefd hebben. 

Joodse Arnhemmers vooral.

Ze hebben te kort geleefd. Maar ze hebben geleefd in onze stad. 

Ze hebben gelopen door de straten waar wij lopen. Gewerkt. Gespeeld met hun kinderen. Hun vrienden ontmoet. Uitgekeken over de Rijn.

 

Herinneringen zijn waargebeurde verhalen over personen van vlees en bloed. En door die verhalen te vertellen, veranderen de stenen de namen die erop gegraveerd zijn in mensen, in individuen, in Arnhemmers. Dat is hun magie: je kijkt naar de steen en ziet een mensenleven.

 

Dat stenen dat vermogen hebben, is paradoxaal. We hebben het immers over een ‘hart van steen’ als we ongevoelig bedoelen. 

Maar dit zijn stenen die onze harten juist openen. Die ons verbinden met onze medemens, ook als die tientallen jaren geleden leefde. Verbondenheid die de tijd oversteekt.

 

Dat is ook het idee achter het Kofferproject van Arnhemse scholen samen met Joods Monument Arnhem, om over de Holocaust te leren. Tot nu toe hebben het Thomas a Kempis College, het Beekdal Lyceum en het Olympus College meegedaan. Het doel was vooral om Joodse Arnhemmers niet alleen als slachtoffers te zien, maar vooral als mensen, als Arnhemmers. Om hun menselijkheid te laten herleven. 

 

Vanuit die gedachte ben ik ook met een groep leerlingen van deze scholen naar Herinneringscentrum Kamp Westerbork gegaan. Op 27 januari, Holocaust Memorial Day, had ik het voorrecht om samen met hen namen van slachtoffers voor te lezen. Namen die begonnen met de letter Z, want het was de laatste dag van ‘Namen lezen’. Namen lezen betekent: aan iedereen apart aandacht besteden. Erkennen dat al die personen hebben bestaan. Dat ze niet vergeten zijn.

 

Ook in Westerbork kwamen we Arnhem tegen. We zagen er een foto van de veertienjarige Lena Mogendorff, die daar zat voordat ze naar Sobibor moest. Ook haar eren we straks met een struikelsteen. Want ook Lena hoort bij ons, bij Arnhem.

 

Beste mensen,

 

De mensen voor wie we straks struikelstenen gaan leggen, waren heel verschillende mensen. Maar allemaal waren ze Arnhemmers.

 

Sommige maakten deel uit van hetzelfde gezin. Anderen waren bekenden van elkaar. Er zijn kinderen bij. De eigenaar van een kledingfabriek. Een musicus. Een hulp in de huishouding. Een expediteur. Een handelaar in olie en benzine. En, samen met vrouw en dochter, een KNIL-militair die inmiddels op Bronbeek werkte.

 

Er is ook iemand bij die al veilig in Zwitserland was aangekomen en toen naar Londen werd geroepen. Zijn verantwoordelijkheidsgevoel zei hem dat hij het enorme risico moest nemen, dus ging hij weer op reis. In Frankrijk werd hij opgepakt.

 

Door het leggen van struikelstenen bewaren we niet alleen hún menselijkheid, maar ook die van onszelf. En die geven we door, van generatie op generatie. Zodat ook voor nieuwe generaties de deuren van het verleden opengaan. Zo leren we steeds opnieuw aan jongeren dat Arnhem een gemeenschap wil zijn waar elk mens telt. Waar we ons verbonden weten, óók met hen die er niet meer zijn.

 

Struikelstenen zijn kleine monumenten. Voor vermoorde stadgenoten. En voor de kracht van de herinnering. Want de plaats die wij het verleden geven in het heden, is een maatstaf voor onze menselijkheid.

 

Inmiddels liggen er al 106 struikelstenen bij 43 Arnhemse adressen. Vandaag zullen er 26 bij komen, op 10 adressen. Dat alles had niet gekund zonder al het werk en de toewijding van Hein-Willem Leeraar. 

Namens de stad Arnhem wil ik mijn dank uitspreken voor zijn inspanningen. 

 

Ik wens u allen een gedenkwaardige dag.

Dank u wel.

 

Locatie Joods Monument Arnhem:
Kippenmarkt/Jonas Daniël Meijerplaats