Simcha Looijen
Uit de dagrapporten van de Arnhemse politie blijkt dat op 5 september 1943 op station Arnhem drie Joden zijn aangehouden door de politieman Wessel Martinus Vereschildt. Ook hun helper, een zekere Willem van der Veer uit Leeuwarden, moest mee met Vereschildt. De drie Joden (in de rapporten aangeduid als Nettie en Paul Kruger en Constance Heringa) hadden een vals persoonsbewijs met een schuilnaam.
(Dagrapport politie Arnhem 5 september 1943, geraadpleegd in het Gelders Archief)
Eerste pogingen om te achterhalen om wie het ging mislukten. Uit de dagrapporten bleek dat de arrestanten overgebracht waren naar de Zentralstelle für jüdische Auswanderung in Amsterdam. Verder naspeuring in die richting had geen zin omdat juist de dagrapporten uit die maand waar mogelijk wel de echte namen in stonden, ontbraken. Ook een zoektocht op de herdenkingssite Joodsmonument.nl op een moeder met zoon en dochter met dezelfde geboortedatums, in de veronderstelling dat de geboortedata op de valse persoonsbewijzen wel klopten, leverde geen match op.
Oproep
Een oproep op de website Joods Monument had wel zin. Vijf maanden na het plaatsen reageerde Rob van Putten uit Tilburg die meteen de juiste namen wist te noemen, Na aanleiding van de oproep was hij op zoek gegaan in het Stadsarchief Amsterdam. Hij ging daarbij uit van de gedachte dat de voornamen en geboortedata van de schuilnamen hetzelfde waren als de “echte” namen. Dat leverde meteen een match op met Constance Metz en haar kinderen Johan Paul en Nettie Bromberg. Alleen de geboortedatum van Constance Metz verschilt een klein beetje ten opzichte van de gegevens uit de politiedagrapporten (9 mei in plaats van 4 mei), maar de kans bestaat zelfs dat dat door de dienstdoende politieman verkeerd is opgeschreven.
(Paul en Constance Bromberg-Metz en hun kinderen Johan Paul en Nettie, website Nettie Steijns-Bromberg Stichting)
Bevestiging
De website van de Nettie Steijns-Bromberg Stichting geeft bevestiging dat het inderdaad gaat om Constance Metz en haar kinderen. De site geeft tevens verdere achtergrondinformatie over hun leven. Constance Metz was getrouwd met Paul Bromberg met wie zij in 1920 Nettie kreeg en tien jaar later Paul. Het gezin woonde in Amsterdam. Constance werkte als lerares Nederlands op een middelbare school, terwijl Paul Bromberg meubels ontwierp en binnenhuisarchitect was.
Duitse inval
Vader Paul reisde tien dagen voor de Duitse inval naar de Verenigde Staten voor een reizende tentoonstelling. Hij kon niet meer naar Nederland terugkeren. Zoon Paul had het er moeilijk mee en bewaarde alle Oliever B. Bommel-strips voor zijn vader. In augustus 1942 besloot Constance samen met Paul onder te duiken in de Achterhoek. Nettie woonde op kamers en was actief binnen het communistisch verzet. Daar leerde ze Jan Bool kennen, met wie ze een korte, maar hartstochtelijke, relatie had.
(Paul Bromberg, gemaakt door Nettie Steijns-Bromberg, website Nettie Steijns-Bromberg Stichting)
Vanwege haar Joodse uiterlijk werd Nettie na verloop van tijd op non-actief gesteld. Zij vertrok naar haar moeder en broertje in de Achterhoek. Tijdens een kort bezoek aan Amsterdam ontdekte ze dat Jan Bool zichzelf van het leven had beroofd, omdat arrestatie door de Duitse bezetter dreigde. Nettie was maanden van slag van zijn dood en het zou de rest van haar leven een kras op haar ziel blijven.
Doetinchem
Rond september 1943 dreigde er verraad waardoor Constance met haar kinderen halsoverkop Doetinchem verliet. Op station Arnhem werden zij aangehouden door de politieman Martinus Wessel Vereschildt. Vereschildt was de enige Arnhemse politieman die veroordeeld werd vanwege zijn aandeel in de Jodenvervolging, Hij kreeg twee jaar gevangenisstraf.
Hollandse Schouwburg
Via de Zentralstelle in Amsterdam kwam het drietal terecht in de Hollandse Schouwburg, wat gold als verzamelpunt voor Joden op weg naar Westerbork. Paul was ziek en werd via het Joodse kinderziekenhuis nabij de Schouwburg naar buiten gesmokkeld. Familievriendin Ilse Vordemberge-Gildewart smokkelde Constance en Nettie ook naar buiten. De rest van de oorlog zat het drietal ondergedoken. Na de oorlog keerde vader Paul terug vanuit Amerika. Het huwelijk met Constance hield geen stand, omdat hij in de Verenigde Staten een nieuwe vrouw had leren kennen.
Na de oorlog
Na de oorlog trouwde Nettie Bromberg met Huub Steijns, die ze kende uit het communistisch verzet. Zij groeide uit tot een bekend kunstschilderes. De Holocaust bleef een belangrijk onderwerp in haar oeuvre.
augustus 2024
Bronnen
Politiedagrapporten politie Arnhem, geraadpleegd in het Gelders Archief
Verhalen →
Simcha Looijen
Uit de dagrapporten van de Arnhemse politie blijkt dat op 5 september 1943 op station Arnhem drie Joden zijn aangehouden door de politieman Wessel Martinus Vereschildt. Ook hun helper, een zekere Willem van der Veer uit Leeuwarden, moest mee met Vereschildt. De drie Joden (in de rapporten aangeduid als Nettie en Paul Kruger en Constance Heringa) hadden een vals persoonsbewijs met een schuilnaam.
(Dagrapport politie Arnhem 5 september 1943, geraadpleegd in het Gelders Archief)
Eerste pogingen om te achterhalen om wie het ging mislukten. Uit de dagrapporten bleek dat de arrestanten overgebracht waren naar de Zentralstelle für jüdische Auswanderung in Amsterdam. Verder naspeuring in die richting had geen zin omdat juist de dagrapporten uit die maand waar mogelijk wel de echte namen in stonden, ontbraken. Ook een zoektocht op de herdenkingssite Joodsmonument.nl op een moeder met zoon en dochter met dezelfde geboortedatums, in de veronderstelling dat de geboortedata op de valse persoonsbewijzen wel klopten, leverde geen match op.
Oproep
Een oproep op de website Joods Monument had wel zin. Vijf maanden na het plaatsen reageerde Rob van Putten uit Tilburg die meteen de juiste namen wist te noemen, Na aanleiding van de oproep was hij op zoek gegaan in het Stadsarchief Amsterdam. Hij ging daarbij uit van de gedachte dat de voornamen en geboortedata van de schuilnamen hetzelfde waren als de “echte” namen. Dat leverde meteen een match op met Constance Metz en haar kinderen Johan Paul en Nettie Bromberg. Alleen de geboortedatum van Constance Metz verschilt een klein beetje ten opzichte van de gegevens uit de politiedagrapporten (9 mei in plaats van 4 mei), maar de kans bestaat zelfs dat dat door de dienstdoende politieman verkeerd is opgeschreven.
(Paul en Constance Bromberg-Metz en hun kinderen Johan Paul en Nettie, website Nettie Steijns-Bromberg Stichting)
Bevestiging
De website van de Nettie Steijns-Bromberg Stichting geeft bevestiging dat het inderdaad gaat om Constance Metz en haar kinderen. De site geeft tevens verdere achtergrondinformatie over hun leven. Constance Metz was getrouwd met Paul Bromberg met wie zij in 1920 Nettie kreeg en tien jaar later Paul. Het gezin woonde in Amsterdam. Constance werkte als lerares Nederlands op een middelbare school, terwijl Paul Bromberg meubels ontwierp en binnenhuisarchitect was.
Duitse inval
Vader Paul reisde tien dagen voor de Duitse inval naar de Verenigde Staten voor een reizende tentoonstelling. Hij kon niet meer naar Nederland terugkeren. Zoon Paul had het er moeilijk mee en bewaarde alle Oliever B. Bommel-strips voor zijn vader. In augustus 1942 besloot Constance samen met Paul onder te duiken in de Achterhoek. Nettie woonde op kamers en was actief binnen het communistisch verzet. Daar leerde ze Jan Bool kennen, met wie ze een korte, maar hartstochtelijke, relatie had.
(Paul Bromberg, gemaakt door Nettie Steijns-Bromberg, website Nettie Steijns-Bromberg Stichting)
Vanwege haar Joodse uiterlijk werd Nettie na verloop van tijd op non-actief gesteld. Zij vertrok naar haar moeder en broertje in de Achterhoek. Tijdens een kort bezoek aan Amsterdam ontdekte ze dat Jan Bool zichzelf van het leven had beroofd, omdat arrestatie door de Duitse bezetter dreigde. Nettie was maanden van slag van zijn dood en het zou de rest van haar leven een kras op haar ziel blijven.
Doetinchem
Rond september 1943 dreigde er verraad waardoor Constance met haar kinderen halsoverkop Doetinchem verliet. Op station Arnhem werden zij aangehouden door de politieman Martinus Wessel Vereschildt. Vereschildt was de enige Arnhemse politieman die veroordeeld werd vanwege zijn aandeel in de Jodenvervolging, Hij kreeg twee jaar gevangenisstraf.
Hollandse Schouwburg
Via de Zentralstelle in Amsterdam kwam het drietal terecht in de Hollandse Schouwburg, wat gold als verzamelpunt voor Joden op weg naar Westerbork. Paul was ziek en werd via het Joodse kinderziekenhuis nabij de Schouwburg naar buiten gesmokkeld. Familievriendin Ilse Vordemberge-Gildewart smokkelde Constance en Nettie ook naar buiten. De rest van de oorlog zat het drietal ondergedoken. Na de oorlog keerde vader Paul terug vanuit Amerika. Het huwelijk met Constance hield geen stand, omdat hij in de Verenigde Staten een nieuwe vrouw had leren kennen.
Na de oorlog
Na de oorlog trouwde Nettie Bromberg met Huub Steijns, die ze kende uit het communistisch verzet. Zij groeide uit tot een bekend kunstschilderes. De Holocaust bleef een belangrijk onderwerp in haar oeuvre.
augustus 2024
Bronnen
Politiedagrapporten politie Arnhem, geraadpleegd in het Gelders Archief