menu  

Joods Monument Arnhem
Joods Monument Arnhem

 

 

 

 

Nieuwe Plein 17: Bernard en Willem Edersheim

Simcha Looijen

 

In de ochtend van 29 juni 1943 worden in Hotel De Blauwe Vlag op het adres Nieuwe Plein 17 de lichamen van twee mannen aangetroffen (1). Zij hebben hun leven beëindigd door vergiftiging. Hun papieren geven aan dat het gaat om Johan Marinus Geurts en Cornelis van der Starre. Dat zijn niet hun werkelijke namen. Twee dagen later draagt de politie de lichamen over aan de Joodse Raad. Het gaat om de Joodse broers Bernard (1886) en Willem Henri Edersheim (1897). 

(Dagrapport politie Arnhem, 1 juli 1943)

(Nieuwe Plein 17 toenmalig hotel Bristol in 1904-1906, foto Gelders archief)


(Nieuwe Plein 17 omstreeks 1930, hotel Bristol links van de koets, foto Gelders Archief)

Bernard en Willem Henri kwamen uit een gegoede familie die al een aantal generaties behoorde tot de Haagse elite. Hun vader Eliezer was directeur van de Gemeentelijke Credietbank en zat namens de liberale Vrijheidsbond, en een van haar voorgangers, tien jaar in de gemeenteraad van Den Haag en achttien jaar in de Provinciale Staten van Zuid-Holland. Samen met zijn vrouw Sara Polack (1861-1934) kreeg hij vijf kinderen, waarvan er twee op jonge leeftijd overleden. Bernard en Willem hadden nog een zus die luisterde naar de naam Caroline.

 

Loopbaan
Bernard promoveerde in Leiden in de rechten en werd advocaat. Uit krantenberichten blijkt dat hij veel faillissementen en nalatenschappen afhandelde, maar bijvoorbeeld ook pleitte voor de Hoge Raad. Daarnaast was Bernard actief binnen de culturele wereld. Zo was hij voorzitter van de Orkestvereniging Musica. Broer Willem maakte ook carrière binnen de bankenwereld. Hij was directeur van het Haagse kantoor van de bank Mendes Gans & Co. Zijn ambities lagen echter vooral op het cricketveld. Hij speelde in het Nederlands studententeam en daarna twee decennia voor de Haagse cricketclub HCC. Zijn naam duikt tot in 1941 op cricketuitslagen in de krantenkolommen. Daarna niet meer. De reden? Het was Joden niet langer toegestaan teamsporten te beoefenen.


(Bernard Edersheim 1916, foto Joods Cultureel Kwartier [2})


(Willem Henri Edersheim 1916, foto Joods Cultureel Kwartier [2])

 
Beide broers trouwden nooit. Willem woonde in bij zijn zus Caroline, die getrouwd was met Marinus Simons. Ze hadden drie dochters en woonden aan de Roelofstraat in Den Haag. Bernard woonde een halve kilometer verder op aan de Jozef Israëlslaan 55.

Familie
Vader Eliezer zag het nazi-gevaar op tijd aankomen en week in 1939 uit naar Engeland. Hij vroeg in ieder geval aan Caroline en haar gezin om hem te volgen, maar manlief Marinus wilde niet teren op het geld van zijn schoonvader. In augustus 1940 overleed Eliezer Edersheim in Londen. In april 1943 ontving het gezin van Caroline een oproep zich te melden in Kamp Vught. Hoewel ze beschikten over valse papieren besloot Caroline zich te melden met man en dochters. Caroline en Marinus Simons kwamen om in Bergen-Belsen. De drie dochters overleefden allen de oorlog. Twee doordat ze in Kamp Vught deel uitmaakten van het Philips-commando. Dat bood een zekere bescherming, zelfs toen ze in Auschwitz terecht kwamen. De derde dochter ontvluchtte Westerbork toen ze de kans kreeg en dook onder bij een niet-Joodse tante.

(Overlijdensadvertentie Eliezer Edersheim in het Vaderland d.d. 22 augustus 1940, ondertekend door o.a. de kinderen Bernard, Willem Henri, Caroline)


Zelfdoding

Wanneer Bernard en Willem Edersheim kozen voor de onderduik is niet bekend. Mogelijk rond dezelfde tijd dat hun zus Caroline zich meldde in Vught, in april 1943 dus. Of er een acuut gevaar dreigde wat de broers er toe dreef om hun leven te beëindigen weten we ook niet. Misschien was de reden simpelweg het verdwijnen van alles wat dierbaar was. Bernard en Willem Edersheim liggen samen begraven op het Joodse gedeelte van de Arnhemse begraafplaats Moscowa.

(Graf Bernard en Willem Henri Edersheim op Moscowa, foto Simcha Looijen)

 

februari 2024

 

Noten

(1) Op het adres waar de broers gevonden werden stond in 1942 Hotel de Blauwe Vlag. In 1940 wordt in een krantenadvertentie gesproken over een geheelonthoudershotel. Mensen die lid waren van een beweging om drankmisbruik tegen te gaan droegen een blauwe knoop, mogelijk is de naam Blauwe Vlag daar een verwijzing naar.

 

(2) De afgebeelde portretfoto's van Bernard en Willem Edersheim zijn uitsneden van een grotere foto die zich in het archief van het Joods Cultureel Kwartier bevindt. Klik hier.

 

Verwijzing

In het namenregister van deze site wordt bij Bernard Edersheim en Willem Edersheim verwezen naar dit verhaal.

 

Bronnen

Politiedagrapporten politie Arnhem juni/juli 1943, geraadpleegd in het Gelders Archief

Noor van den Bergh (december 2020). Benoordenhout en de Tweede Wereldoorlog. Het verhaal achter de Stolpersteine: in Wijkblad Benoordenhout.

Krantendatabase Delpher.nl

Verhalen

Nieuwe Plein 17: Bernard en Willem Edersheim

Simcha Looijen

 

In de ochtend van 29 juni 1943 worden in Hotel De Blauwe Vlag op het adres Nieuwe Plein 17 de lichamen van twee mannen aangetroffen (1). Zij hebben hun leven beëindigd door vergiftiging. Hun papieren geven aan dat het gaat om Johan Marinus Geurts en Cornelis van der Starre. Dat zijn niet hun werkelijke namen. Twee dagen later draagt de politie de lichamen over aan de Joodse Raad. Het gaat om de Joodse broers Bernard (1886) en Willem Henri Edersheim (1897). 

(Dagrapport politie Arnhem, 1 juli 1943)

(Nieuwe Plein 17 toenmalig hotel Bristol in 1904-1906, foto Gelders archief)


(Nieuwe Plein 17 omstreeks 1930, hotel Bristol links van de koets, foto Gelders Archief)

Bernard en Willem Henri kwamen uit een gegoede familie die al een aantal generaties behoorde tot de Haagse elite. Hun vader Eliezer was directeur van de Gemeentelijke Credietbank en zat namens de liberale Vrijheidsbond, en een van haar voorgangers, tien jaar in de gemeenteraad van Den Haag en achttien jaar in de Provinciale Staten van Zuid-Holland. Samen met zijn vrouw Sara Polack (1861-1934) kreeg hij vijf kinderen, waarvan er twee op jonge leeftijd overleden. Bernard en Willem hadden nog een zus die luisterde naar de naam Caroline.

 

Loopbaan
Bernard promoveerde in Leiden in de rechten en werd advocaat. Uit krantenberichten blijkt dat hij veel faillissementen en nalatenschappen afhandelde, maar bijvoorbeeld ook pleitte voor de Hoge Raad. Daarnaast was Bernard actief binnen de culturele wereld. Zo was hij voorzitter van de Orkestvereniging Musica. Broer Willem maakte ook carrière binnen de bankenwereld. Hij was directeur van het Haagse kantoor van de bank Mendes Gans & Co. Zijn ambities lagen echter vooral op het cricketveld. Hij speelde in het Nederlands studententeam en daarna twee decennia voor de Haagse cricketclub HCC. Zijn naam duikt tot in 1941 op cricketuitslagen in de krantenkolommen. Daarna niet meer. De reden? Het was Joden niet langer toegestaan teamsporten te beoefenen.


(Bernard Edersheim 1916, foto Joods Cultureel Kwartier [2})


(Willem Henri Edersheim 1916, foto Joods Cultureel Kwartier [2])

 
Beide broers trouwden nooit. Willem woonde in bij zijn zus Caroline, die getrouwd was met Marinus Simons. Ze hadden drie dochters en woonden aan de Roelofstraat in Den Haag. Bernard woonde een halve kilometer verder op aan de Jozef Israëlslaan 55.

Familie
Vader Eliezer zag het nazi-gevaar op tijd aankomen en week in 1939 uit naar Engeland. Hij vroeg in ieder geval aan Caroline en haar gezin om hem te volgen, maar manlief Marinus wilde niet teren op het geld van zijn schoonvader. In augustus 1940 overleed Eliezer Edersheim in Londen. In april 1943 ontving het gezin van Caroline een oproep zich te melden in Kamp Vught. Hoewel ze beschikten over valse papieren besloot Caroline zich te melden met man en dochters. Caroline en Marinus Simons kwamen om in Bergen-Belsen. De drie dochters overleefden allen de oorlog. Twee doordat ze in Kamp Vught deel uitmaakten van het Philips-commando. Dat bood een zekere bescherming, zelfs toen ze in Auschwitz terecht kwamen. De derde dochter ontvluchtte Westerbork toen ze de kans kreeg en dook onder bij een niet-Joodse tante.

(Overlijdensadvertentie Eliezer Edersheim in het Vaderland d.d. 22 augustus 1940, ondertekend door o.a. de kinderen Bernard, Willem Henri, Caroline)


Zelfdoding

Wanneer Bernard en Willem Edersheim kozen voor de onderduik is niet bekend. Mogelijk rond dezelfde tijd dat hun zus Caroline zich meldde in Vught, in april 1943 dus. Of er een acuut gevaar dreigde wat de broers er toe dreef om hun leven te beëindigen weten we ook niet. Misschien was de reden simpelweg het verdwijnen van alles wat dierbaar was. Bernard en Willem Edersheim liggen samen begraven op het Joodse gedeelte van de Arnhemse begraafplaats Moscowa.

(Graf Bernard en Willem Henri Edersheim op Moscowa, foto Simcha Looijen)

 

februari 2024

 

Noten

(1) Op het adres waar de broers gevonden werden stond in 1942 Hotel de Blauwe Vlag. In 1940 wordt in een krantenadvertentie gesproken over een geheelonthoudershotel. Mensen die lid waren van een beweging om drankmisbruik tegen te gaan droegen een blauwe knoop, mogelijk is de naam Blauwe Vlag daar een verwijzing naar.

 

(2) De afgebeelde portretfoto's van Bernard en Willem Edersheim zijn uitsneden van een grotere foto die zich in het archief van het Joods Cultureel Kwartier bevindt. Klik hier.

 

Verwijzing

In het namenregister van deze site wordt bij Bernard Edersheim en Willem Edersheim verwezen naar dit verhaal.

 

Bronnen

Politiedagrapporten politie Arnhem juni/juli 1943, geraadpleegd in het Gelders Archief

Noor van den Bergh (december 2020). Benoordenhout en de Tweede Wereldoorlog. Het verhaal achter de Stolpersteine: in Wijkblad Benoordenhout.

Krantendatabase Delpher.nl

 

Locatie Joods Monument Arnhem:
Kippenmarkt/Jonas Daniël Meijerplaats