menu  

Joods Monument Arnhem
Joods Monument Arnhem

 

 

 

 

Het lot van Meijer, Naatje en Sallie Heijman van de Steenstraat

Peter Jetten

 

 In de Arnhemse Koerier van 21 mei 2022 plaatste de redactie een oproep om herinneringen aan de 1500 vermoorde Joodse Arnhemmers op te sturen. Een van de reacties was afkomstig van Elly Leeuwis-Braun. Zij schreef dat haar vader een kunsthandel had op de Steenstraat 48 en dat het 12 jarige zoontje van de buren hem hielp met de verkoop. De kunsthandel heette Braun, met de buren dacht zij aan bakkerij Veenendaal op nummer 50. Echter, Maison Levie 'voor dameshoeden' op nummer 48a lijkt meer voor de hand te liggen. De winkel was van Meijer Heijman en Naatje Heijman-Levie.

Elly schreef ons: “in de oorlog moesten zij ook weg, ze zijn nooit meer teruggekomen”.

 

Wie waren Meijer en Naatje Heijman, wie was het zoontje dat hielp in de kunsthandel van de buren Braun? De redactie ging op onderzoek uit.

 

Kunsthandel Braun

Het Lijstenhuis Braun was in 1939 nog gevestigd op de Spijkerlaan 28. De broers Gerard (1906-1944) en Frans (1908-1987) dreven de zaak. Gerard was lijstenmaker van beroep. De winkel verhuisde in maart 1941 naar de Steenstraat 48 onder de naam Kunsthandel Braun (1). Gerard overleed in mei 1944 op 38 jarige leeftijd. Broer Frans zette samen zijn moeder Elisabeth Braun-Laagland (1869-1947) de zaak voort. Frans was de vader van Elly Leeuwis-Braun. Elly werd in 1950 op dit adres geboren. 

(Arnhemse Courant, 14 maart 1941) 

(Frans Braun achter de toonbank van Kunsthandel Braun jaren 40, foto collectie Elly Leeuwis-Braun)

 

Joodse winkeliers

De Steenstraat was een levendige winkelstraat. In 1933 werd de straat heringericht. De bomen werden gekapt, de straat verbreed, de trottoirs versmald en de tramrails naar het midden verlegd.

Er waren verschillende ondernemingen van Joodse eigenaren gevestigd. Zo had je het Rembrandt Theater van D.Hamburger en sinds 1938 van de Astra filmmaatschappij (Ch. van Biene en P.Löwenstein)  op nummer 42-44, de Engelse Eenheidskleermakerij (E.E.K.) van Maurits Agsteribbe op nummer 56, het manufacturenmagazijn van Israël Cohen op nummer 71a en de groothandel in schoenwerk van L.Polak op nummer 9. Polak dreef op hetzelfde adres ook het Handwerk- en Wolhuis Libelle.
 

Maison Levie “voor dameshoeden” was sinds 1924 aan de Steenstraat gevestigd aanvankelijk op de nummers 42 en 38, sinds 1927 op nummer 48a bij het voormalige Rembrandt theater. Op onderstaande foto is de winkel met een rode stip aangegeven.

(Steenstraat rond 1935 met Rembrandt theater aan de rechterzijde op no 42-44, Kunsthandel Braun op no 48 , Maison Levie/M.Hijman op no 48a zie rode stip, foto Gelders Archief)

(Steenstraat 2022 met nieuwbouw voormalig Rembrandt theater aan de rechterzijde op no 42-44, voormalige Kunsthandel Braun op no 48 en Maison Levie/M.Hijman op no 48a, beiden nu Fortunate Travel Group, foto Peter Jetten)

In 1939 vierde de zaak zijn (bijna) 20 jarig bestaan, zo bericht de Arnhemse Courant van 3 april 1939. Naatje Heijman-Levie (1899-1943) dreef de winkel, zij was hoedenmaakster van beroep. Haar man Meijer Heijman (1894-1944) was musicus. Beiden stamden uit een familie van slagers. Zij trouwden in 1925 in Arnhem. In 1930 kwam hun eerste kindje levenloos ter wereld, in 1933 werd hun zoontje Sallie Heijman geboren (1933-1943).

(Arnhemse Courant, 25 augustus 1933)

Sallie zou slechts 10 jaar worden, naar alle waarschijnlijkheid was hij de buurjongen die hielp in de Kunsthandel Brau

 

Sallie en Annet

A.E.W. (Annet) van Halteren (1918-1997) werkte in de winkel van Naatje als hoedenmodiste. Zij hielp ook in de huishouding en trok daarom veel met de kleine Sallie op. Annet woonde in Zevenaar en fietste elke dag naar de winkel in de Steenstraat. Tijdens de oorlog bewaarde zij bezittingen voor Meijer en Naatje. Na de oorlog werden die in Zevenaar opgehaald door overlevenden van de familie. Een klein, maar ontroerend fotoboekje uit de jaren dertig met zes foto’s van Annet en Sallie bleef als aandenken in bezit van Annet. Uit haar nalatenschap zijn de volgende foto's afkomstig.


(Annet van Halteren en Sallie Heijman omstreeks 1936 in achtertuin Steenstraat, collectie Miriam Huits-Bienemann)

(Ponyrijden, Annet van Halteren met Sallie Heijman omstreeks 1939, locatie onbekend, collectie Miriam Huits-Bienemann).

 

Slagersfamilies

De ouders van Meijer Heijman waren Samson Heijman (1867-1942), van beroep slager en Clara Salomons (1870-1939), zonder beroep. Zij woonden in een bovenwoning op de Sonsbeeksingel 41. Meijer had nog een oudere zus Bertha (1892-1927), die al voor de oorlog in Rotterdam overleed en een broer Mourits (1893-1943), die met zijn gezin op de Sonsbeeksingel 44 woonde. Ook Mourits was slager van beroep.


De ouders van Naatje waren Elia Levie (1872 - 1934), van beroep keurmeester aan het gemeentelijk slachthuis en Sientje Dormits (1871-1924), met wie hij in 1898 trouwde. Sientje overleed in 1924, Elia Levie hertrouwde in 1926 met Betje Sternfeld (1874-1943), maar overleed in 1934, nog geen acht jaar later.


Zijn tweede vrouw Betje Sternfeld werd geboren in Renkum waar haar vader Salomon een slagerij aan de Dorpstraat had. Betje had nog vier broers (Izaak, David, Joseph en Samuel) en drie zussen (Roosje, Sophia en Diena).


De families - vaak ook de aangetrouwde - zaten bijna allen in de vleeshandel. Die was vóór de Tweede Wereldoorlog voor een groot deel in Joodse handen. In Arnhem waren er Joodse slagerijen in overvloed. Hein Levie bijvoorbeeld, de broer van Elia, had een slagerij in de Nieuwstad 20. Daarvan is onderstaande foto bewaard gebleven.



(Slagerij Hein Levie in de Nieuwstad 20, jaren dertig, foto collectie Max Nathans)

 

Weduwe Betje Sternfeld was dus de stiefmoeder van Naatje. Betje woonde in 1935 aan de Beekstraat 38, in 1937 aan de Paul Krugerstraat 10.

Naatje had nog een jongere zus Jansje Katz-Levie (1902-1982) en broer Bram Levie (1910-1942) die het Apeldoorns Verkooplokaal aan de Loolaan 5 dreef. Apeldoorn zal nog een rol spelen bij de vluchtpoging van het gezin Heijman.

(Advertentie Maison Levie, Arnhemse Courant)

 

Meijer, violist bij de AOV

Meijer Heijman komen we tegen als tweede violist bij de Arnhemse Orkest Vereniging (AOV), de voorloper van het Gelders Orkest, dat nu onder de naam Phion, Orkest van Gelderland & Overijssel speelt. Naast tweede dirigent Leo Pappenheim werkten er nog zes Joodse orkestleden bij de AOV: de violisten Lodewijk Colthof, Meijer Heijman, Alex Pels, Frits Schrijver, Elisabeth Marianne van der Zijl en de solo-cellist Andries de Swarte. Violiste Martha Bernstein had een Joodse vader, maar wist als 'bijzonder geval' van ontslag gevrijwaard te blijven. 

Op onderstaande foto staat het orkest in volle glorie ter gelegenheid van het 35 jarig bestaan in 1924. Op de derde rij, vierde van links staat Meijer Heijman.

(AOV oktober 1924 t.g.v. 35 jarig jubileum 3e rij 4e van links Meijer Heijman, foto archief HGO, gepubliceerd in Het Gelders Orkest, Henri Lenferink, Zutphen 1989)

 

Op een andere foto van eind jaren dertig poseren orkestleden op de trap achter Musis Sacrum. Linksboven staat Meijer Heijman (lachend). De man in het midden (onderaan) is Andries de Swarte. Andries en zijn echtgenote Marianne de Leeuwe (pianiste) waren bekende namen in het Arnhemse muziekleven. Zij gaven regelmatig concerten, ook voor de radio, nog tot in augustus 1940.


(Orkestleden van de AOV op de trap bij Musis Sacrum eind jaren dertig. Boven 2e van links Meijer Heijman, onder 3e van rechts Andries de Swarte, uitsnede uit foto collectie J.Sauer,
gepubliceerd in Het Gelders Orkest, Henri Lenferink, Zutphen 1989)  

 
In oktober 1940 kreeg de AOV te maken met de verplichting afstammingsformulieren in te vullen (de 'ariërverklaring'). Bij weigering volgde ontslag. Alle personeelsleden, op één na alle bestuursleden en vierenveertig orkestleden vulden de verklaring in. Vervolgens kreeg de AOV, zoals alle orkesten in het land tot mei 1941 van de bezetter opdracht om hun Joodse orkestleden te ontslaan (‘ariseren’).

 

Zo kregen de zeven Joodse orkestleden van de AOV ontslag, onder hen Meijer Heijman, Andries de Swarte, Lodewijk Colthof en Frits Schrijver. Op 28 mei 1941 was hun laatste concert in Arnhem. Orkestleden met een opzegtermijn kregen tot 1 september 1941 doorbetaald en in februari 1942 nog een deel van hun pensioen bij het pensioenfonds uitgekeerd

Andries de Swarte en Frits Schrijver kregen na hun ontslag een aanstelling in het Joodsch Symphonie Orkest in Amsterdam. Het bood ruim zeventig ontslagen Joodse musici uit het hele land tijdelijk onderdak. Andries was tweede cellist en Frits tweede violist. De standplaats was Amsterdam, waar zij ook naar toe verhuisden. De zaal was de Hollandsche Schouwburg, die tot Joodsche Schouwburg omgedoopt werd. Het publiek was Joods en de uitgevoerde werken waren van Joodse componisten.
Het orkest heeft niet lang bestaan, het werd steeds moeilijker concerten te geven en na acht maanden was het geld van de (gedwongen) Joodse geldschieter van Leer zo goed als op. In juli 1942 maakte de bezetter er een einde aan. Het gebouw werd gevorderd als meldpunt en verzamelplaats voor Joden die werden gedeporteerd, aan de overkant was de 'creche' voor de kinderen tot 12 jaar. 

 

Van de ontslagen Joodse orkestleden van de AOV keerden na de oorlog Alex Pels en Elisabeth Marianne van der Zijl terug. Martha Bernstein speelde de oorlog door. De tweede dirigent Leo Pappenheim kwam ook terug. Hij overleefde als een van de kampdirigenten het concentratiekamp Theresienstadt. 
Andries de Swarte, Marianne de Leeuwe en hun twee kinderen werden in 1943 in Sobibor vermoord. De jonge Lodewijk Colthof probeerde tevergeefs bij het Joodsch Symphonie Orkest te komen, kwam in Westerbork terecht en stierf in september 1942 in Auschwitz. Frits Schrijver deed pogingen om op 'de Barneveldlijst' te komen, dook onder in Doorwerth en Woudenberg, maar werd gepakt en in januari 1945 in Velp geëxecuteerd.

Maison Levie ‘in liquidatie’

In de zomer van 1941 moesten joden hun bezittingen laten registreren bij Lippmann-Rosenthal, een voormalige joodse bank die was overgenomen door de Duitse bezetter. Daarna werden hun gelden en bezittingen overdragen naar deze bank. Winkels of kleine joodse ondernemingen worden zo geliquideerd, ook in Arnhem. De Kamer van Koophandel in Arnhem had in september 1942 een overzicht gereed van alle Arnhemse Joodse ondernemingen. Op de lijst staat Heijman-Levie, Maison Levie, dameshoedenzaak met de toevoegingen ‘Jood’ en ‘in liquidatie’. De zaak van Meijer en Naatje werd dus opgeheven, waarna hun bezittingen weggesluisd werden naar de bezetter.

(20 jarig jubileum Maison Levie, Arnhemse Courant 3 april 1939)

 

Onderduik in Apeldoorn
De situatie waarin het gezin terecht was gekomen werd steeds penibeler. Beroofd van hun broodwinning en bezit, bedreigden razzia’s hun leven en vrijheid.

In het Algemeen Politieblad van 22 oktober 1942 staat ‘de Hoofdcommissaris van Politie van Arnhem verzocht opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Meijer Heijman, zijn vrouw Naatje Heijman-Levie en hun zoon Sallie. Zij waren woonachtig in Arnhem. Zij werden ervan verdacht van woonplaats te zijn veranderd zonder de daartoe vereiste vergunning te hebben’

 

Met deze omschrijving werden joden aangeduid die waren ondergedoken.

Meijer en Naatje hebben de razzia’s in Arnhem van november en december 1942 blijkbaar niet afgewacht en doken onder in Apeldoorn, waar de broer van Naatje, Bram Levie een zaak aan de Loolaan had. Het gezin vond onderdak bij Herman Gerrits Berends van Loenen op de Arnhemseweg 65, maar werd gearresteerd en op het Apeldoornse politiebureau ingesloten.


De onderduikgever Herman Berends verklaarde later tegenover de Apeldoornse politie:

In het laatst van het jaar 1942 had ik in mijn woning 8 personen van Joodsche bloede ondergedoken. Dit waren: het gezin van Meijer Heijman, bestaande uit man, vrouw, zoontje en schoonmoeder, afkomstig uit Arnhem, Steenstraat 48-a


De onderduikperiode in Apeldoorn heeft dus kort geduurd. Het gezin en schoonmoeder Betje moesten naar kamp Westerbork, waar zij op 5 december 1942 ingeschreven werden.

 

Westerbork
In Westerbork kwamen ze in barak 72 terecht. Daar leefden zij in voortdurende angst voor deportatie naar de vernietigingskampen. Deportatie naar Polen bleef het gezin geruime tijd bespaard. Mogelijk zag Meijer kans als violist uitstel te krijgen ('bis auf weiteres gesperrt') voor zijn gezin en ook voor zijn schoonmoeder Betje. 

(Westerbork, persoonskaart Meijer Heijman)

 

Op 31 augustus 1943 - negen maanden na hun aankomst in Westerbork - werden Meijer, Naatje en de kleine Sallie alsnog op transport gezet naar Polen. Naatje en Sallie werden op 3 september 1943 in Auschwitz vermoord. Naatje werd 44 jaar en Sallie 10 jaar.

Schoonmoeder Betje is dan al eerder op 23 februari 1943 gedeporteerd naar Auschwitz, waar zij drie dagen later op 26 februari 1943 op 68 jarige leeftijd om het leven kwam.

(Westerbork, persoonskaart Betje Levie-Sternfeld)

Meijer wist nog geruime tijd te overleven in de kampen, hoe is onduidelijk, mogelijk omdat hij als musicus uitstel (Sperre) kon krijgen. Uiteindelijk kwam hij op 31 maart 1944 op 49 jarige leeftijd in Polen om het leven. Waar, is niet met zekerheid te zeggen, maar waarschijnlijk in Auschwitz zoals Naatje, Sallie en Betje.

 

Nieuwe eigenaar

Terwijl de familie in de kampen verbleef, en het pand een nieuwe Duitse eigenaar had gekregen, probeerde banketbakkerij W.G. Elsenaar (van de Boulevard Heuvelink 17a) zich in de winkel te vestigen. Er werden in de loop van 1943 meerdere malen hinderwetvergunningen aangevraagd, die telkens door de gemeente werden afgewezen. Uiteindelijk kreeg Elsenaar in december 1943 een vergunning, niet zonder 'onheus gedrag' van zijn kant en actieve hulp van de Duitse instanties. De bakkerij was intussen al ‘geruime tijd’ zonder vergunning in bedrijf. Tegenover een controlerend agent verklaarde de Duitsgezinde Elsenaar eind juli 1943 dat hij 'door zou gaan met bakken omdat hij voor de Duitsche politie en weermacht bakte' (2).

 

80 jaar later
Zo kwam de familie Heijman om in de kampen en verdween Maison Levie voorgoed uit de Steenstraat, niet eens zo lang na de viering van het twintig jarig bestaan van de zaak. Zo kwam er een paar maanden na hun vertrek naar Westerbork een bakkerij in de winkel, met een Duitsgezinde huurder en een Duitse eigenaar.


Zó werden Meijer en zijn collega's van de AOV ontslagen en vermoord omdat zij Joods waren. De Steenstraat werd grotendeels in puin geschoten. Een gedeelte stond in mei 1945 nog overeind, waaronder Kunsthandel Braun en Maison Levie/bakkerij Elsenaar. De panden waren leeggeroofd en dichtgespijkerd. Ze bleven ontzield in een verder verlaten stad achter.

(Steenstraat 1945, links van het Rembrandt theater: Kunsthandel Braun, Maison Levie en bakkerij Veenendaal, foto Gelders Archief)

 

Het is nu ruim 80 jaar later. De herinnering van Elly Leewis-Braun aan een onbekende hulpvaardige buurjongen, leidde tot deze korte geschiedenis van het Arnhems gezin Meijer, Naatje Heijman en de kleine Sallie uit de Steenstraat. 

 

Augustus 2022

met dank aan Elly Leeuwis-Braun, Miriam Huits-Bienemann en Kees Zewald

 

Noten

(1) De familie Jeurissen woonde op nummer 48, voordat Braun het pand betrok. Guus Jeurissen & Peter Leeuwen schreven het boekje Arnhem in kleur 1940-1970: Hulde aan de Arnhemse (amateur)fotografen!  (Arnhem 2011, Uitgeverij De Prins). Op de rechterzijde van nummer 48 bevindt zich een plaquette die eraan herinnert dat op die plek op 18 juli 1853 onze grote stadsgenoot, de wereldvermaarde natuurkundige Hendrik Antoon Lorentz (Arnhem 1853- Haarlem 1928) werd geboren. In een zijstraatje van de achtergelegen Spijkerstraat, ter hoogte van Steenstraat 48, staat de formule van Lorentz op een huis geschilderd. 

(2) Gelders Archief Bouwdossiers Steenstraat 48, 48a en 109a. Kees Zewald deed onderzoek naar panden en bewoners van Steenstraat 48 en 48a. Ook naar het pand 109a dat zijn vader A.H. Zewald huurde van 1937 tot evacuatie in 1944. Zijn vader had daar een banketbakkerij. Het pand werd in de laatste oorlogsdagen geheel vernietigd.

Over de situatie na terugkeer van de evacuatie vertelt hij:
'Na de oorlog kreeg mijn vader, banketbakker A.H. Zewald, het pand 48a als huurder toegewezen door de autoriteiten. De eigenaar, een Duitser de heer Hanbrücker, was na de bevrijding niet teruggekeerd. Dit stond in het aanvraagdossier van januari 1947, waarmee mijn vader toestemming kreeg de zaak officieel voort te zetten en te verbouwen. Dat verbaasde mij, omdat er een Hoedenwinkel had gezeten terwijl mijn vader een volledige banketbakkerij aantrof. Vandaar mijn onderzoek. Banketbakkerij Zewald is tot in 1974 door mijn vader voortgezet. Daarna kwam Reisbureau Nijenhuis erin die later ook nummer 48 bij de zaak trok. Vanaf de opheffing van Nijenhuis is er een Chinees Reisbureau gevestigd Fortunate Travel Group'.

 

Verwijzing

Meer informatie over Frits Schrijver en zijn vrouw Jeannette Boers is te vinden op hun  persoonlijke pagina op deze site: https://www.joodsmonumentarnhem.nl/p/p/f-zoekresultaat-meer.php?namen_id=1272

 

Voor het verhaal van Andries de Swarte en Marianne de Leeuwe zie: Andries en Marianne, twee musici, door Margo Klijn, op digitaal buurtmonument Sint Marten Sonsbeek.

 

Het artikel 'Het lot van Meijer, Naatje en Sallie Heijman van de Steenstraat' is gepubliceerd in Arnhems Historisch Tijdschrift (aHt) van juni 2023, op pagina 96-104.

 

Bronnen

Correspondentie met Elly Leeuwis-Braun  mei 2022

 

Correspondentie met Roeland Oudejans van gedenkstenen-apeldoorn.nl mei 2022

 

Correspondentie met Jaap Mons februari 2023

 

Correspondentie met Miriam Huits-Bienemann, dochter van A.E.W. (Annet) van Halteren januari 2023. Fotocollectie Miriam Huits-Bienemann.

 

Correspondentie met Kees (C.J.W.) Zewald, augustus 2023

 

Over slagerij Sternfeld te Renkum https://heemkunderenkum.nl/renkum-dorpsstraat-noordzijde-van-leeuwenstraat-tot-kerkstraat/

 

Over Betje Sternfeld en familie zie: de vele namen (hansbraakhuis.nl)

 

Muziek in de schaduw van het Derde Rijk. De Nederlandse symfonieorkesten 1933-1945, Pauline Micheels, Zutphen, 1993

 

De onvertelijke klanken van het Joodsch Symphonie Orkest, door Karlien Dijkstra, in: Fibula 41e jaargang 2000, nr 3

 

Gelders Orkest, geschiedenis van de Arnhemsche Orkest Vereeniging 1889-1949 en van Het Gelders Orkest 1949-1989, Henri Lenferink, Zutphen 1989 

 

Gelders Archief Bouwdossiers

Margo Klijn, de Stille slag, Joodse Arnhemmers, 1933-1945. Arnhem 2014, tweede druk

Verhalen

Het lot van Meijer, Naatje en Sallie Heijman van de Steenstraat

Peter Jetten

 

 In de Arnhemse Koerier van 21 mei 2022 plaatste de redactie een oproep om herinneringen aan de 1500 vermoorde Joodse Arnhemmers op te sturen. Een van de reacties was afkomstig van Elly Leeuwis-Braun. Zij schreef dat haar vader een kunsthandel had op de Steenstraat 48 en dat het 12 jarige zoontje van de buren hem hielp met de verkoop. De kunsthandel heette Braun, met de buren dacht zij aan bakkerij Veenendaal op nummer 50. Echter, Maison Levie 'voor dameshoeden' op nummer 48a lijkt meer voor de hand te liggen. De winkel was van Meijer Heijman en Naatje Heijman-Levie.

Elly schreef ons: “in de oorlog moesten zij ook weg, ze zijn nooit meer teruggekomen”.

 

Wie waren Meijer en Naatje Heijman, wie was het zoontje dat hielp in de kunsthandel van de buren Braun? De redactie ging op onderzoek uit.

 

Kunsthandel Braun

Het Lijstenhuis Braun was in 1939 nog gevestigd op de Spijkerlaan 28. De broers Gerard (1906-1944) en Frans (1908-1987) dreven de zaak. Gerard was lijstenmaker van beroep. De winkel verhuisde in maart 1941 naar de Steenstraat 48 onder de naam Kunsthandel Braun (1). Gerard overleed in mei 1944 op 38 jarige leeftijd. Broer Frans zette samen zijn moeder Elisabeth Braun-Laagland (1869-1947) de zaak voort. Frans was de vader van Elly Leeuwis-Braun. Elly werd in 1950 op dit adres geboren. 

(Arnhemse Courant, 14 maart 1941) 

(Frans Braun achter de toonbank van Kunsthandel Braun jaren 40, foto collectie Elly Leeuwis-Braun)

 

Joodse winkeliers

De Steenstraat was een levendige winkelstraat. In 1933 werd de straat heringericht. De bomen werden gekapt, de straat verbreed, de trottoirs versmald en de tramrails naar het midden verlegd.

Er waren verschillende ondernemingen van Joodse eigenaren gevestigd. Zo had je het Rembrandt Theater van D.Hamburger en sinds 1938 van de Astra filmmaatschappij (Ch. van Biene en P.Löwenstein)  op nummer 42-44, de Engelse Eenheidskleermakerij (E.E.K.) van Maurits Agsteribbe op nummer 56, het manufacturenmagazijn van Israël Cohen op nummer 71a en de groothandel in schoenwerk van L.Polak op nummer 9. Polak dreef op hetzelfde adres ook het Handwerk- en Wolhuis Libelle.
 

Maison Levie “voor dameshoeden” was sinds 1924 aan de Steenstraat gevestigd aanvankelijk op de nummers 42 en 38, sinds 1927 op nummer 48a bij het voormalige Rembrandt theater. Op onderstaande foto is de winkel met een rode stip aangegeven.

(Steenstraat rond 1935 met Rembrandt theater aan de rechterzijde op no 42-44, Kunsthandel Braun op no 48 , Maison Levie/M.Hijman op no 48a zie rode stip, foto Gelders Archief)

(Steenstraat 2022 met nieuwbouw voormalig Rembrandt theater aan de rechterzijde op no 42-44, voormalige Kunsthandel Braun op no 48 en Maison Levie/M.Hijman op no 48a, beiden nu Fortunate Travel Group, foto Peter Jetten)

In 1939 vierde de zaak zijn (bijna) 20 jarig bestaan, zo bericht de Arnhemse Courant van 3 april 1939. Naatje Heijman-Levie (1899-1943) dreef de winkel, zij was hoedenmaakster van beroep. Haar man Meijer Heijman (1894-1944) was musicus. Beiden stamden uit een familie van slagers. Zij trouwden in 1925 in Arnhem. In 1930 kwam hun eerste kindje levenloos ter wereld, in 1933 werd hun zoontje Sallie Heijman geboren (1933-1943).

(Arnhemse Courant, 25 augustus 1933)

Sallie zou slechts 10 jaar worden, naar alle waarschijnlijkheid was hij de buurjongen die hielp in de Kunsthandel Brau

 

Sallie en Annet

A.E.W. (Annet) van Halteren (1918-1997) werkte in de winkel van Naatje als hoedenmodiste. Zij hielp ook in de huishouding en trok daarom veel met de kleine Sallie op. Annet woonde in Zevenaar en fietste elke dag naar de winkel in de Steenstraat. Tijdens de oorlog bewaarde zij bezittingen voor Meijer en Naatje. Na de oorlog werden die in Zevenaar opgehaald door overlevenden van de familie. Een klein, maar ontroerend fotoboekje uit de jaren dertig met zes foto’s van Annet en Sallie bleef als aandenken in bezit van Annet. Uit haar nalatenschap zijn de volgende foto's afkomstig.


(Annet van Halteren en Sallie Heijman omstreeks 1936 in achtertuin Steenstraat, collectie Miriam Huits-Bienemann)

(Ponyrijden, Annet van Halteren met Sallie Heijman omstreeks 1939, locatie onbekend, collectie Miriam Huits-Bienemann).

 

Slagersfamilies

De ouders van Meijer Heijman waren Samson Heijman (1867-1942), van beroep slager en Clara Salomons (1870-1939), zonder beroep. Zij woonden in een bovenwoning op de Sonsbeeksingel 41. Meijer had nog een oudere zus Bertha (1892-1927), die al voor de oorlog in Rotterdam overleed en een broer Mourits (1893-1943), die met zijn gezin op de Sonsbeeksingel 44 woonde. Ook Mourits was slager van beroep.


De ouders van Naatje waren Elia Levie (1872 - 1934), van beroep keurmeester aan het gemeentelijk slachthuis en Sientje Dormits (1871-1924), met wie hij in 1898 trouwde. Sientje overleed in 1924, Elia Levie hertrouwde in 1926 met Betje Sternfeld (1874-1943), maar overleed in 1934, nog geen acht jaar later.


Zijn tweede vrouw Betje Sternfeld werd geboren in Renkum waar haar vader Salomon een slagerij aan de Dorpstraat had. Betje had nog vier broers (Izaak, David, Joseph en Samuel) en drie zussen (Roosje, Sophia en Diena).


De families - vaak ook de aangetrouwde - zaten bijna allen in de vleeshandel. Die was vóór de Tweede Wereldoorlog voor een groot deel in Joodse handen. In Arnhem waren er Joodse slagerijen in overvloed. Hein Levie bijvoorbeeld, de broer van Elia, had een slagerij in de Nieuwstad 20. Daarvan is onderstaande foto bewaard gebleven.



(Slagerij Hein Levie in de Nieuwstad 20, jaren dertig, foto collectie Max Nathans)

 

Weduwe Betje Sternfeld was dus de stiefmoeder van Naatje. Betje woonde in 1935 aan de Beekstraat 38, in 1937 aan de Paul Krugerstraat 10.

Naatje had nog een jongere zus Jansje Katz-Levie (1902-1982) en broer Bram Levie (1910-1942) die het Apeldoorns Verkooplokaal aan de Loolaan 5 dreef. Apeldoorn zal nog een rol spelen bij de vluchtpoging van het gezin Heijman.

(Advertentie Maison Levie, Arnhemse Courant)

 

Meijer, violist bij de AOV

Meijer Heijman komen we tegen als tweede violist bij de Arnhemse Orkest Vereniging (AOV), de voorloper van het Gelders Orkest, dat nu onder de naam Phion, Orkest van Gelderland & Overijssel speelt. Naast tweede dirigent Leo Pappenheim werkten er nog zes Joodse orkestleden bij de AOV: de violisten Lodewijk Colthof, Meijer Heijman, Alex Pels, Frits Schrijver, Elisabeth Marianne van der Zijl en de solo-cellist Andries de Swarte. Violiste Martha Bernstein had een Joodse vader, maar wist als 'bijzonder geval' van ontslag gevrijwaard te blijven. 

Op onderstaande foto staat het orkest in volle glorie ter gelegenheid van het 35 jarig bestaan in 1924. Op de derde rij, vierde van links staat Meijer Heijman.

(AOV oktober 1924 t.g.v. 35 jarig jubileum 3e rij 4e van links Meijer Heijman, foto archief HGO, gepubliceerd in Het Gelders Orkest, Henri Lenferink, Zutphen 1989)

 

Op een andere foto van eind jaren dertig poseren orkestleden op de trap achter Musis Sacrum. Linksboven staat Meijer Heijman (lachend). De man in het midden (onderaan) is Andries de Swarte. Andries en zijn echtgenote Marianne de Leeuwe (pianiste) waren bekende namen in het Arnhemse muziekleven. Zij gaven regelmatig concerten, ook voor de radio, nog tot in augustus 1940.


(Orkestleden van de AOV op de trap bij Musis Sacrum eind jaren dertig. Boven 2e van links Meijer Heijman, onder 3e van rechts Andries de Swarte, uitsnede uit foto collectie J.Sauer,
gepubliceerd in Het Gelders Orkest, Henri Lenferink, Zutphen 1989)  

 
In oktober 1940 kreeg de AOV te maken met de verplichting afstammingsformulieren in te vullen (de 'ariërverklaring'). Bij weigering volgde ontslag. Alle personeelsleden, op één na alle bestuursleden en vierenveertig orkestleden vulden de verklaring in. Vervolgens kreeg de AOV, zoals alle orkesten in het land tot mei 1941 van de bezetter opdracht om hun Joodse orkestleden te ontslaan (‘ariseren’).

 

Zo kregen de zeven Joodse orkestleden van de AOV ontslag, onder hen Meijer Heijman, Andries de Swarte, Lodewijk Colthof en Frits Schrijver. Op 28 mei 1941 was hun laatste concert in Arnhem. Orkestleden met een opzegtermijn kregen tot 1 september 1941 doorbetaald en in februari 1942 nog een deel van hun pensioen bij het pensioenfonds uitgekeerd

Andries de Swarte en Frits Schrijver kregen na hun ontslag een aanstelling in het Joodsch Symphonie Orkest in Amsterdam. Het bood ruim zeventig ontslagen Joodse musici uit het hele land tijdelijk onderdak. Andries was tweede cellist en Frits tweede violist. De standplaats was Amsterdam, waar zij ook naar toe verhuisden. De zaal was de Hollandsche Schouwburg, die tot Joodsche Schouwburg omgedoopt werd. Het publiek was Joods en de uitgevoerde werken waren van Joodse componisten.
Het orkest heeft niet lang bestaan, het werd steeds moeilijker concerten te geven en na acht maanden was het geld van de (gedwongen) Joodse geldschieter van Leer zo goed als op. In juli 1942 maakte de bezetter er een einde aan. Het gebouw werd gevorderd als meldpunt en verzamelplaats voor Joden die werden gedeporteerd, aan de overkant was de 'creche' voor de kinderen tot 12 jaar. 

 

Van de ontslagen Joodse orkestleden van de AOV keerden na de oorlog Alex Pels en Elisabeth Marianne van der Zijl terug. Martha Bernstein speelde de oorlog door. De tweede dirigent Leo Pappenheim kwam ook terug. Hij overleefde als een van de kampdirigenten het concentratiekamp Theresienstadt. 
Andries de Swarte, Marianne de Leeuwe en hun twee kinderen werden in 1943 in Sobibor vermoord. De jonge Lodewijk Colthof probeerde tevergeefs bij het Joodsch Symphonie Orkest te komen, kwam in Westerbork terecht en stierf in september 1942 in Auschwitz. Frits Schrijver deed pogingen om op 'de Barneveldlijst' te komen, dook onder in Doorwerth en Woudenberg, maar werd gepakt en in januari 1945 in Velp geëxecuteerd.

Maison Levie ‘in liquidatie’

In de zomer van 1941 moesten joden hun bezittingen laten registreren bij Lippmann-Rosenthal, een voormalige joodse bank die was overgenomen door de Duitse bezetter. Daarna werden hun gelden en bezittingen overdragen naar deze bank. Winkels of kleine joodse ondernemingen worden zo geliquideerd, ook in Arnhem. De Kamer van Koophandel in Arnhem had in september 1942 een overzicht gereed van alle Arnhemse Joodse ondernemingen. Op de lijst staat Heijman-Levie, Maison Levie, dameshoedenzaak met de toevoegingen ‘Jood’ en ‘in liquidatie’. De zaak van Meijer en Naatje werd dus opgeheven, waarna hun bezittingen weggesluisd werden naar de bezetter.

(20 jarig jubileum Maison Levie, Arnhemse Courant 3 april 1939)

 

Onderduik in Apeldoorn
De situatie waarin het gezin terecht was gekomen werd steeds penibeler. Beroofd van hun broodwinning en bezit, bedreigden razzia’s hun leven en vrijheid.

In het Algemeen Politieblad van 22 oktober 1942 staat ‘de Hoofdcommissaris van Politie van Arnhem verzocht opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Meijer Heijman, zijn vrouw Naatje Heijman-Levie en hun zoon Sallie. Zij waren woonachtig in Arnhem. Zij werden ervan verdacht van woonplaats te zijn veranderd zonder de daartoe vereiste vergunning te hebben’

 

Met deze omschrijving werden joden aangeduid die waren ondergedoken.

Meijer en Naatje hebben de razzia’s in Arnhem van november en december 1942 blijkbaar niet afgewacht en doken onder in Apeldoorn, waar de broer van Naatje, Bram Levie een zaak aan de Loolaan had. Het gezin vond onderdak bij Herman Gerrits Berends van Loenen op de Arnhemseweg 65, maar werd gearresteerd en op het Apeldoornse politiebureau ingesloten.


De onderduikgever Herman Berends verklaarde later tegenover de Apeldoornse politie:

In het laatst van het jaar 1942 had ik in mijn woning 8 personen van Joodsche bloede ondergedoken. Dit waren: het gezin van Meijer Heijman, bestaande uit man, vrouw, zoontje en schoonmoeder, afkomstig uit Arnhem, Steenstraat 48-a


De onderduikperiode in Apeldoorn heeft dus kort geduurd. Het gezin en schoonmoeder Betje moesten naar kamp Westerbork, waar zij op 5 december 1942 ingeschreven werden.

 

Westerbork
In Westerbork kwamen ze in barak 72 terecht. Daar leefden zij in voortdurende angst voor deportatie naar de vernietigingskampen. Deportatie naar Polen bleef het gezin geruime tijd bespaard. Mogelijk zag Meijer kans als violist uitstel te krijgen ('bis auf weiteres gesperrt') voor zijn gezin en ook voor zijn schoonmoeder Betje. 

(Westerbork, persoonskaart Meijer Heijman)

 

Op 31 augustus 1943 - negen maanden na hun aankomst in Westerbork - werden Meijer, Naatje en de kleine Sallie alsnog op transport gezet naar Polen. Naatje en Sallie werden op 3 september 1943 in Auschwitz vermoord. Naatje werd 44 jaar en Sallie 10 jaar.

Schoonmoeder Betje is dan al eerder op 23 februari 1943 gedeporteerd naar Auschwitz, waar zij drie dagen later op 26 februari 1943 op 68 jarige leeftijd om het leven kwam.

(Westerbork, persoonskaart Betje Levie-Sternfeld)

Meijer wist nog geruime tijd te overleven in de kampen, hoe is onduidelijk, mogelijk omdat hij als musicus uitstel (Sperre) kon krijgen. Uiteindelijk kwam hij op 31 maart 1944 op 49 jarige leeftijd in Polen om het leven. Waar, is niet met zekerheid te zeggen, maar waarschijnlijk in Auschwitz zoals Naatje, Sallie en Betje.

 

Nieuwe eigenaar

Terwijl de familie in de kampen verbleef, en het pand een nieuwe Duitse eigenaar had gekregen, probeerde banketbakkerij W.G. Elsenaar (van de Boulevard Heuvelink 17a) zich in de winkel te vestigen. Er werden in de loop van 1943 meerdere malen hinderwetvergunningen aangevraagd, die telkens door de gemeente werden afgewezen. Uiteindelijk kreeg Elsenaar in december 1943 een vergunning, niet zonder 'onheus gedrag' van zijn kant en actieve hulp van de Duitse instanties. De bakkerij was intussen al ‘geruime tijd’ zonder vergunning in bedrijf. Tegenover een controlerend agent verklaarde de Duitsgezinde Elsenaar eind juli 1943 dat hij 'door zou gaan met bakken omdat hij voor de Duitsche politie en weermacht bakte' (2).

 

80 jaar later
Zo kwam de familie Heijman om in de kampen en verdween Maison Levie voorgoed uit de Steenstraat, niet eens zo lang na de viering van het twintig jarig bestaan van de zaak. Zo kwam er een paar maanden na hun vertrek naar Westerbork een bakkerij in de winkel, met een Duitsgezinde huurder en een Duitse eigenaar.


Zó werden Meijer en zijn collega's van de AOV ontslagen en vermoord omdat zij Joods waren. De Steenstraat werd grotendeels in puin geschoten. Een gedeelte stond in mei 1945 nog overeind, waaronder Kunsthandel Braun en Maison Levie/bakkerij Elsenaar. De panden waren leeggeroofd en dichtgespijkerd. Ze bleven ontzield in een verder verlaten stad achter.

(Steenstraat 1945, links van het Rembrandt theater: Kunsthandel Braun, Maison Levie en bakkerij Veenendaal, foto Gelders Archief)

 

Het is nu ruim 80 jaar later. De herinnering van Elly Leewis-Braun aan een onbekende hulpvaardige buurjongen, leidde tot deze korte geschiedenis van het Arnhems gezin Meijer, Naatje Heijman en de kleine Sallie uit de Steenstraat. 

 

Augustus 2022

met dank aan Elly Leeuwis-Braun, Miriam Huits-Bienemann en Kees Zewald

 

Noten

(1) De familie Jeurissen woonde op nummer 48, voordat Braun het pand betrok. Guus Jeurissen & Peter Leeuwen schreven het boekje Arnhem in kleur 1940-1970: Hulde aan de Arnhemse (amateur)fotografen!  (Arnhem 2011, Uitgeverij De Prins). Op de rechterzijde van nummer 48 bevindt zich een plaquette die eraan herinnert dat op die plek op 18 juli 1853 onze grote stadsgenoot, de wereldvermaarde natuurkundige Hendrik Antoon Lorentz (Arnhem 1853- Haarlem 1928) werd geboren. In een zijstraatje van de achtergelegen Spijkerstraat, ter hoogte van Steenstraat 48, staat de formule van Lorentz op een huis geschilderd. 

(2) Gelders Archief Bouwdossiers Steenstraat 48, 48a en 109a. Kees Zewald deed onderzoek naar panden en bewoners van Steenstraat 48 en 48a. Ook naar het pand 109a dat zijn vader A.H. Zewald huurde van 1937 tot evacuatie in 1944. Zijn vader had daar een banketbakkerij. Het pand werd in de laatste oorlogsdagen geheel vernietigd.

Over de situatie na terugkeer van de evacuatie vertelt hij:
'Na de oorlog kreeg mijn vader, banketbakker A.H. Zewald, het pand 48a als huurder toegewezen door de autoriteiten. De eigenaar, een Duitser de heer Hanbrücker, was na de bevrijding niet teruggekeerd. Dit stond in het aanvraagdossier van januari 1947, waarmee mijn vader toestemming kreeg de zaak officieel voort te zetten en te verbouwen. Dat verbaasde mij, omdat er een Hoedenwinkel had gezeten terwijl mijn vader een volledige banketbakkerij aantrof. Vandaar mijn onderzoek. Banketbakkerij Zewald is tot in 1974 door mijn vader voortgezet. Daarna kwam Reisbureau Nijenhuis erin die later ook nummer 48 bij de zaak trok. Vanaf de opheffing van Nijenhuis is er een Chinees Reisbureau gevestigd Fortunate Travel Group'.

 

Verwijzing

Meer informatie over Frits Schrijver en zijn vrouw Jeannette Boers is te vinden op hun  persoonlijke pagina op deze site: https://www.joodsmonumentarnhem.nl/p/p/f-zoekresultaat-meer.php?namen_id=1272

 

Voor het verhaal van Andries de Swarte en Marianne de Leeuwe zie: Andries en Marianne, twee musici, door Margo Klijn, op digitaal buurtmonument Sint Marten Sonsbeek.

 

Het artikel 'Het lot van Meijer, Naatje en Sallie Heijman van de Steenstraat' is gepubliceerd in Arnhems Historisch Tijdschrift (aHt) van juni 2023, op pagina 96-104.

 

Bronnen

Correspondentie met Elly Leeuwis-Braun  mei 2022

 

Correspondentie met Roeland Oudejans van gedenkstenen-apeldoorn.nl mei 2022

 

Correspondentie met Jaap Mons februari 2023

 

Correspondentie met Miriam Huits-Bienemann, dochter van A.E.W. (Annet) van Halteren januari 2023. Fotocollectie Miriam Huits-Bienemann.

 

Correspondentie met Kees (C.J.W.) Zewald, augustus 2023

 

Over slagerij Sternfeld te Renkum https://heemkunderenkum.nl/renkum-dorpsstraat-noordzijde-van-leeuwenstraat-tot-kerkstraat/

 

Over Betje Sternfeld en familie zie: de vele namen (hansbraakhuis.nl)

 

Muziek in de schaduw van het Derde Rijk. De Nederlandse symfonieorkesten 1933-1945, Pauline Micheels, Zutphen, 1993

 

De onvertelijke klanken van het Joodsch Symphonie Orkest, door Karlien Dijkstra, in: Fibula 41e jaargang 2000, nr 3

 

Gelders Orkest, geschiedenis van de Arnhemsche Orkest Vereeniging 1889-1949 en van Het Gelders Orkest 1949-1989, Henri Lenferink, Zutphen 1989 

 

Gelders Archief Bouwdossiers

Margo Klijn, de Stille slag, Joodse Arnhemmers, 1933-1945. Arnhem 2014, tweede druk

 

Locatie Joods Monument Arnhem:
Kippenmarkt/Jonas Daniël Meijerplaats