menu  

Joods Monument Arnhem
Joods Monument Arnhem

 

 

 

 

'Happy' Mogendorff en Vitesse

Peter Jetten


Een stukje Vitesse historie: het verhaal van de joodse Arnhemmer 'Happy' Mogendorff, oud-voorzitter en icoon van de club in de naoorlogse jaren. Met persoonlijke herinneringen van Selma en Nico Mogendorff.


Bekende naam

Mogendorff is een bekende naam in Arnhem. De familie ‘zat’ onder andere in de papierhandel. Al in 1915 werd de Goedkoope Winkel / Mogendorff’s Papierhandel aan de Broerenstraat, hoek Nieuwstraat geopend. Ook kende Arnhem voor en na de oorlog meerdere families Mogendorff met grote bedrijven. Zo was er een etikettenfabriek, een meubelfabriek, een papierfabriek en een in- en export bedrijf ILMO. Lid van deze Arnhemse familie was Herbert Mogendorff (1905-1984). Hij (her)opende na de oorlog een papier- en verpakkingengroothandel, aanvankelijk alleen in de Munterstraat (waar de hoofdingang was) op de hoek met de Varkensstraat. Later kwam er ook een winkel bij op de Koningstraat nummer 43.


Gezin

Herbert was de zoon van Nathan Mogendorff en Selma Hirsch. Vader Nathan was handelsagent en koopman, later eigenaar van een groothandel in papierwaren. Nathan en Selma trouwden in 1902 in Burgsteinfurt, de woonplaats van Selma op zo’n 40 km over de grens bij Enschede. In Arnhem woonden ze in de Driekoningendwarsstraat en de Parkstraat, vanaf 1921 op het adres Koningsplein 9.

 

Nathan en Selma kregen drie kinderen. In 1903 werd Nettie geboren, Herbert volgde in 1905 en in 1906 kwam Max ter wereld. Max werkte bij zijn vader in de papierwarenzaak, was ongetrouwd en woonde in 1940 in het ouderlijk huis. De gezin bleef in de oorlog korte tijd gevrijwaard van deportatie dankzij de ‘Sperre’ van vader Nathan. Deze had een functie bij de Joodse Raad in Arnhem, waar hij zich bezig hield met hulp aan buitenlandse Joden.

(Nathan Mogendorff, persoonskaart Westerbork, website oorlogsbronnen.nl) 

Zijn papierwarenbedrijf werd in 1942 door de bezetter onteigend en onder een ‘Verwalter’ gesteld om de zaak te verkopen. Blijkens een lijst van de Kamer van Koophandel van 10 september 1942 ('Opgave Joodsche Zaken in Gelderland'), werd een zekere P.K.L. Hoeffer (of Höffer) als Verwalter aangesteld.

Lang zou het gezin niet op vrije voeten blijven. In april 1943 werden Nathan (63) en Selma (72) samen met de laatst overgebleven joodse Arnhemmers gedeporteerd. Zij werden in mei 1943 in Sobibor vermoord. Ook zoon Max (36) en dochter Nettie (40) kwamen samen met haar kinderen Isidoor(15) en Selma (13) in 1943 in Sobibor aan hun einde. Jaap de Vries (49), de man van Nettie, kwam in een werkkamp in Polen terecht en bezweek daar in 1944 aan de ontberingen (1).

 

Vitesse
Herbert overleefde als enige van het gezin Mogendorff de oorlog. Hij ontwikkelde zich tot een talentvol voetballer en bereikte het tweede elftal van Vitesse. In Arnhem werd hij vooral bekend als 'Happy' Mogendorff, de grote promotor van Vitesse, de club waarvan ook veel joodse Arnhemmers lid en supporter waren. Herbert begon in 1916 als speler bij de club, groeide door in een reeks van functies en werd tenslotte een gewaardeerd voorzitter van Vitesse. In 1965 werd hij benoemd tot erevoorzitter. 


(Elftal met Herbert Mogendorff zittend tweede van rechts © Herinneringscentrum kamp Westerbork)

 
Eén van de hoogtepunten in zijn Vitesse carrière was de opening van het nieuwe stadion Nieuw Monnikenhuize door burgemeester Matser in 1950 . Herbert sprak toen als voorzitter een uitverkocht stadion toe met alle ereleden en elftallen achter zich opgesteld.

(Herbert Mogendorff spreekt ter gelegenheid van de opening van het Vitessestadion Nieuw Monnikenhuize in 1950 © Herinneringscentrum kamp Westerbork)

De oorlog
Herbert was verknocht aan de club. In 1952 schreef hij: ‘Het spijt mij niet dat ik veel tijd voor de club heb opgeofferd, want dat was Vitesse je waard. Wat geeft zo’n vereniging je in al die tijd veel vreugde terug.’ Zijn liefde voor Vitesse had ook te maken met de oorlog. Herbert dook als joodse Arnhemmer bij Vitessenaren onder. Hij bleef bestuurlijk actief door bij bestuursleden thuis te vergaderen. Zijn naam werd voor de zekerheid weggelaten uit de notulen. Ook zijn verjaardagen werden bij verschillende Vitessenaren gevierd.

In september 1944 moest Arnhem op bevel van de bezetter evacueren. Van het voetbalveld bleef weinig over en kort na de bevrijding brandde het clubhuis af. In het voorjaar van 1945 werd Herbert alsnog opgepakt, nadat hij Arnhem bij de evacuatie van september 1944 had verlaten. Hij keerde op 17 april 1945 terug naar de stad, waar hij het gewone leven met succes oppakte. Hij trouwde met Henny Steffen, de zus van Wim Steffen, voetballer van het eerste elftal van Vitesse. Het echtpaar kreeg twee kinderen, Selma en Nico (2)

 

Selma en Nico 
Draaide na de oorlog alles in het gezin Mogendorff om Vitesse? Dochter Selma en zoon Nico kijken terug op hun jeugd in Arnhem.

‘Op fietsen met houten banden traden onze ouders op 8 mei 1945 in het huwelijk. Zij werden in 1950 verblijd met de geboorte van Selma. In 1953 werd het gezin uitgebreid met de geboorte van Nico. Achter ons ouderlijk huis aan de Gerhard Voethstraat 10 in de wijk Molenbeke lag een grote vijver waar wij als kleintjes regelmatig de eendjes voerden met onze ouders en waarop wij in de winter konden schaatsen’. 


(Herbert Mogendorff in de achtertuin met links Selma en rechts Nico in 1954 © Selma en Nico Mogendorff)


'In het gezin werd zelden gesproken over de oorlog. Selma kan zich wel herinneren dat er thuis gediscussieerd werd over ‘de drie van Breda’. Ook tijdens de lessen Nederlands op het gymnasium werd in de jaren zestig gedebatteerd om over de vrijlating van de drie oorlogsmisdadigers. Selma bleek de enige in haar klas die er anders over dacht en tegen vrijlating was. Daarbij kwam toen het besef hoeveel joodse mensen het gevoel moeten hebben gehad, dat ze na de oorlog in de steek gelaten zijn'.

 

Vught en Apeldoorn
Over de oorlog vertellen Selma en Nico: ‘Onze vader werd samen met zijn ouders, zijn broer, zijn zus met echtgenoot en hun twee jonge kinderen opgepakt en op 10 april 1943 in kamp Vught ondergebracht. Hij is de enige van de familie, die op een of andere wijze later uit Kamp Vught heeft kunnen ontsnappen. Hij werd tewerkgesteld vanuit Kamp Vught, maar waar en hoe hij is ontvlucht, is onduidelijk gebleven. Uiteindelijk is hij in Apeldoorn terecht gekomen. Vanuit gevangenschap in de Wilhelm III kazerne in Apeldoorn is hij op 31 maart 1945 overgeplaatst naar Kamp Westerbork. Na de bevrijding van Kamp Westerbork ging hij terug naar Arnhem. Daar kreeg hij het onvoorstelbare en gruwelijke bericht over zijn naaste familieleden die allen in 1943 in Sobibor vermoord zijn. Het moet voor onze vader ondraaglijk zijn geweest om als enige overlever van zijn familie verder te gaan’. 

 

Voornaam 'Happy'
'Als kinderen hebben we niet veel van zijn verdriet gezien. Hij lachte waarschijnlijk al dat verdriet weg en maakte vaak veel grapjes. Dat leverde hem de naam ‘Happy’ op en zo werd zijn voornaam ‘Happy’ in plaats van zijn officiële voornaam: Herbert. Ter nagedachtenis van zijn overlijden in oktober 1984 en de vele verdiensten voor ‘zijn’ Vitesse, werd kort daarna het supportershome op Nieuw Monnikenhuize gedoopt tot ‘Happy home’ met een ‘feestelijke’ opening door zijn zoon Nico.
Dat Vitesse een belangrijke rol in het gezin speelde, was duidelijk. Zo herinnert Selma zich dat zij als jong meisje zondags trots bij haar vader op de eretribune de thuiswedstrijden van Vitesse volgde. Nico heeft onder Dick van Male getraind bij Vitesse en is in Rotterdam gaan voetballen vanwege zijn studie sinds eind 1971 aldaar. Met vrienden, waaronder neef Michael, ook een groot Vitesse-fan, bleef Nico bijna alle thuiswedstrijden trouw bezoeken. De club heeft net als bij zijn vader nog steeds een speciale plek in Nico’s hart'.

Munterstraat en Koningstraat

'Zondags gingen wij regelmatig met z’n vieren uit eten bij restaurants waaraan onze vader servetten en papieren tafelkleden leverde. In de papiergroothandel annex kantoor van onze vader in de Munterstraat stond zo’n professionele weegschaal. Wij maakten er een spelletje van wie het meeste was aangekomen. Een bezoek aan de winkel in de Koningstraat vonden wij als kinderen fantastisch, vooral die bewegende etalagepoppen en in Sinterklaastijd de Pieten die acrobatische toeren maakten. Toen Nico op de HBS zat, deed hij vakantiewerk in de zaak van zijn vader. Hij stond achter de toonbank in de Koningstraat en reed als bijrijder mee vanuit de Munterstraat bij het rondbrengen van bestellingen'.


(Herbert Mogendorff in zijn kantoor aan de Munterstraat © Selma en Nico Mogendorff)

Glunderen

Over hun ouders vertellen Selma en Nico: ‘Onze vader glunderde altijd als hij over zijn kinderen sprak en was supertrots toen beiden gingen studeren, Selma geneeskunde in Utrecht en Nico economie in Rotterdam. Herbert heeft nog net meegemaakt dat Selma moeder werd van een dochter. Inmiddels heeft Selma een kleindochter. De geboorte van Nico’s zoon heeft hij helaas niet meer kunnen beleven, onze moeder gelukkig wel’.

 

Tot zover de herinneringen van Selma en Nico (3). Over het verschijnen van dit artikel zeggen zij: ‘Wij zijn als kinderen bijzonder blij met deze aandacht voor onze vader, die zijn hart verpand had aan Vitesse’. 


Arnhem, mei 2021


Wijkkrant
Dit artikel verscheen in geredigeerde (verkorte) vorm ook in het voorjaarsnummer 202
1 van de wijkkrant 'de Molenbeker'. 

Noten

(1) Gegevens ontleend aan Jans Askes ‘De gezusters Hirsch uit Bergsteinfurt’, ongepubliceerd artikel, Arnhem 2023

 

(2) Gegevens ontleend aan het bevrijdingsportret dat de Vitessenaren Dik Herberts en Martin Esveld voor het herinneringscentrum Kamp Westerbork schreven. Lees...

 

(3) Selma Mogendorff en Nico Mogendorff schreven op verzoek van Joods Monument Arnhem herinneringen aan hun vader Herbert Mogendorff op. 

 

Andere bronnen
Facebook Oud Arnhem
Margo Klijn, de Stille slag, Joodse Arnhemmers, 1933-1945. Arnhem 2014, tweede druk

Verhalen

'Happy' Mogendorff en Vitesse

Peter Jetten


Een stukje Vitesse historie: het verhaal van de joodse Arnhemmer 'Happy' Mogendorff, oud-voorzitter en icoon van de club in de naoorlogse jaren. Met persoonlijke herinneringen van Selma en Nico Mogendorff.


Bekende naam

Mogendorff is een bekende naam in Arnhem. De familie ‘zat’ onder andere in de papierhandel. Al in 1915 werd de Goedkoope Winkel / Mogendorff’s Papierhandel aan de Broerenstraat, hoek Nieuwstraat geopend. Ook kende Arnhem voor en na de oorlog meerdere families Mogendorff met grote bedrijven. Zo was er een etikettenfabriek, een meubelfabriek, een papierfabriek en een in- en export bedrijf ILMO. Lid van deze Arnhemse familie was Herbert Mogendorff (1905-1984). Hij (her)opende na de oorlog een papier- en verpakkingengroothandel, aanvankelijk alleen in de Munterstraat (waar de hoofdingang was) op de hoek met de Varkensstraat. Later kwam er ook een winkel bij op de Koningstraat nummer 43.


Gezin

Herbert was de zoon van Nathan Mogendorff en Selma Hirsch. Vader Nathan was handelsagent en koopman, later eigenaar van een groothandel in papierwaren. Nathan en Selma trouwden in 1902 in Burgsteinfurt, de woonplaats van Selma op zo’n 40 km over de grens bij Enschede. In Arnhem woonden ze in de Driekoningendwarsstraat en de Parkstraat, vanaf 1921 op het adres Koningsplein 9.

 

Nathan en Selma kregen drie kinderen. In 1903 werd Nettie geboren, Herbert volgde in 1905 en in 1906 kwam Max ter wereld. Max werkte bij zijn vader in de papierwarenzaak, was ongetrouwd en woonde in 1940 in het ouderlijk huis. De gezin bleef in de oorlog korte tijd gevrijwaard van deportatie dankzij de ‘Sperre’ van vader Nathan. Deze had een functie bij de Joodse Raad in Arnhem, waar hij zich bezig hield met hulp aan buitenlandse Joden.

(Nathan Mogendorff, persoonskaart Westerbork, website oorlogsbronnen.nl) 

Zijn papierwarenbedrijf werd in 1942 door de bezetter onteigend en onder een ‘Verwalter’ gesteld om de zaak te verkopen. Blijkens een lijst van de Kamer van Koophandel van 10 september 1942 ('Opgave Joodsche Zaken in Gelderland'), werd een zekere P.K.L. Hoeffer (of Höffer) als Verwalter aangesteld.

Lang zou het gezin niet op vrije voeten blijven. In april 1943 werden Nathan (63) en Selma (72) samen met de laatst overgebleven joodse Arnhemmers gedeporteerd. Zij werden in mei 1943 in Sobibor vermoord. Ook zoon Max (36) en dochter Nettie (40) kwamen samen met haar kinderen Isidoor(15) en Selma (13) in 1943 in Sobibor aan hun einde. Jaap de Vries (49), de man van Nettie, kwam in een werkkamp in Polen terecht en bezweek daar in 1944 aan de ontberingen (1).

 

Vitesse
Herbert overleefde als enige van het gezin Mogendorff de oorlog. Hij ontwikkelde zich tot een talentvol voetballer en bereikte het tweede elftal van Vitesse. In Arnhem werd hij vooral bekend als 'Happy' Mogendorff, de grote promotor van Vitesse, de club waarvan ook veel joodse Arnhemmers lid en supporter waren. Herbert begon in 1916 als speler bij de club, groeide door in een reeks van functies en werd tenslotte een gewaardeerd voorzitter van Vitesse. In 1965 werd hij benoemd tot erevoorzitter. 


(Elftal met Herbert Mogendorff zittend tweede van rechts © Herinneringscentrum kamp Westerbork)

 
Eén van de hoogtepunten in zijn Vitesse carrière was de opening van het nieuwe stadion Nieuw Monnikenhuize door burgemeester Matser in 1950 . Herbert sprak toen als voorzitter een uitverkocht stadion toe met alle ereleden en elftallen achter zich opgesteld.

(Herbert Mogendorff spreekt ter gelegenheid van de opening van het Vitessestadion Nieuw Monnikenhuize in 1950 © Herinneringscentrum kamp Westerbork)

De oorlog
Herbert was verknocht aan de club. In 1952 schreef hij: ‘Het spijt mij niet dat ik veel tijd voor de club heb opgeofferd, want dat was Vitesse je waard. Wat geeft zo’n vereniging je in al die tijd veel vreugde terug.’ Zijn liefde voor Vitesse had ook te maken met de oorlog. Herbert dook als joodse Arnhemmer bij Vitessenaren onder. Hij bleef bestuurlijk actief door bij bestuursleden thuis te vergaderen. Zijn naam werd voor de zekerheid weggelaten uit de notulen. Ook zijn verjaardagen werden bij verschillende Vitessenaren gevierd.

In september 1944 moest Arnhem op bevel van de bezetter evacueren. Van het voetbalveld bleef weinig over en kort na de bevrijding brandde het clubhuis af. In het voorjaar van 1945 werd Herbert alsnog opgepakt, nadat hij Arnhem bij de evacuatie van september 1944 had verlaten. Hij keerde op 17 april 1945 terug naar de stad, waar hij het gewone leven met succes oppakte. Hij trouwde met Henny Steffen, de zus van Wim Steffen, voetballer van het eerste elftal van Vitesse. Het echtpaar kreeg twee kinderen, Selma en Nico (2)

 

Selma en Nico 
Draaide na de oorlog alles in het gezin Mogendorff om Vitesse? Dochter Selma en zoon Nico kijken terug op hun jeugd in Arnhem.

‘Op fietsen met houten banden traden onze ouders op 8 mei 1945 in het huwelijk. Zij werden in 1950 verblijd met de geboorte van Selma. In 1953 werd het gezin uitgebreid met de geboorte van Nico. Achter ons ouderlijk huis aan de Gerhard Voethstraat 10 in de wijk Molenbeke lag een grote vijver waar wij als kleintjes regelmatig de eendjes voerden met onze ouders en waarop wij in de winter konden schaatsen’. 


(Herbert Mogendorff in de achtertuin met links Selma en rechts Nico in 1954 © Selma en Nico Mogendorff)


'In het gezin werd zelden gesproken over de oorlog. Selma kan zich wel herinneren dat er thuis gediscussieerd werd over ‘de drie van Breda’. Ook tijdens de lessen Nederlands op het gymnasium werd in de jaren zestig gedebatteerd om over de vrijlating van de drie oorlogsmisdadigers. Selma bleek de enige in haar klas die er anders over dacht en tegen vrijlating was. Daarbij kwam toen het besef hoeveel joodse mensen het gevoel moeten hebben gehad, dat ze na de oorlog in de steek gelaten zijn'.

 

Vught en Apeldoorn
Over de oorlog vertellen Selma en Nico: ‘Onze vader werd samen met zijn ouders, zijn broer, zijn zus met echtgenoot en hun twee jonge kinderen opgepakt en op 10 april 1943 in kamp Vught ondergebracht. Hij is de enige van de familie, die op een of andere wijze later uit Kamp Vught heeft kunnen ontsnappen. Hij werd tewerkgesteld vanuit Kamp Vught, maar waar en hoe hij is ontvlucht, is onduidelijk gebleven. Uiteindelijk is hij in Apeldoorn terecht gekomen. Vanuit gevangenschap in de Wilhelm III kazerne in Apeldoorn is hij op 31 maart 1945 overgeplaatst naar Kamp Westerbork. Na de bevrijding van Kamp Westerbork ging hij terug naar Arnhem. Daar kreeg hij het onvoorstelbare en gruwelijke bericht over zijn naaste familieleden die allen in 1943 in Sobibor vermoord zijn. Het moet voor onze vader ondraaglijk zijn geweest om als enige overlever van zijn familie verder te gaan’. 

 

Voornaam 'Happy'
'Als kinderen hebben we niet veel van zijn verdriet gezien. Hij lachte waarschijnlijk al dat verdriet weg en maakte vaak veel grapjes. Dat leverde hem de naam ‘Happy’ op en zo werd zijn voornaam ‘Happy’ in plaats van zijn officiële voornaam: Herbert. Ter nagedachtenis van zijn overlijden in oktober 1984 en de vele verdiensten voor ‘zijn’ Vitesse, werd kort daarna het supportershome op Nieuw Monnikenhuize gedoopt tot ‘Happy home’ met een ‘feestelijke’ opening door zijn zoon Nico.
Dat Vitesse een belangrijke rol in het gezin speelde, was duidelijk. Zo herinnert Selma zich dat zij als jong meisje zondags trots bij haar vader op de eretribune de thuiswedstrijden van Vitesse volgde. Nico heeft onder Dick van Male getraind bij Vitesse en is in Rotterdam gaan voetballen vanwege zijn studie sinds eind 1971 aldaar. Met vrienden, waaronder neef Michael, ook een groot Vitesse-fan, bleef Nico bijna alle thuiswedstrijden trouw bezoeken. De club heeft net als bij zijn vader nog steeds een speciale plek in Nico’s hart'.

Munterstraat en Koningstraat

'Zondags gingen wij regelmatig met z’n vieren uit eten bij restaurants waaraan onze vader servetten en papieren tafelkleden leverde. In de papiergroothandel annex kantoor van onze vader in de Munterstraat stond zo’n professionele weegschaal. Wij maakten er een spelletje van wie het meeste was aangekomen. Een bezoek aan de winkel in de Koningstraat vonden wij als kinderen fantastisch, vooral die bewegende etalagepoppen en in Sinterklaastijd de Pieten die acrobatische toeren maakten. Toen Nico op de HBS zat, deed hij vakantiewerk in de zaak van zijn vader. Hij stond achter de toonbank in de Koningstraat en reed als bijrijder mee vanuit de Munterstraat bij het rondbrengen van bestellingen'.


(Herbert Mogendorff in zijn kantoor aan de Munterstraat © Selma en Nico Mogendorff)

Glunderen

Over hun ouders vertellen Selma en Nico: ‘Onze vader glunderde altijd als hij over zijn kinderen sprak en was supertrots toen beiden gingen studeren, Selma geneeskunde in Utrecht en Nico economie in Rotterdam. Herbert heeft nog net meegemaakt dat Selma moeder werd van een dochter. Inmiddels heeft Selma een kleindochter. De geboorte van Nico’s zoon heeft hij helaas niet meer kunnen beleven, onze moeder gelukkig wel’.

 

Tot zover de herinneringen van Selma en Nico (3). Over het verschijnen van dit artikel zeggen zij: ‘Wij zijn als kinderen bijzonder blij met deze aandacht voor onze vader, die zijn hart verpand had aan Vitesse’. 


Arnhem, mei 2021


Wijkkrant
Dit artikel verscheen in geredigeerde (verkorte) vorm ook in het voorjaarsnummer 202
1 van de wijkkrant 'de Molenbeker'. 

Noten

(1) Gegevens ontleend aan Jans Askes ‘De gezusters Hirsch uit Bergsteinfurt’, ongepubliceerd artikel, Arnhem 2023

 

(2) Gegevens ontleend aan het bevrijdingsportret dat de Vitessenaren Dik Herberts en Martin Esveld voor het herinneringscentrum Kamp Westerbork schreven. Lees...

 

(3) Selma Mogendorff en Nico Mogendorff schreven op verzoek van Joods Monument Arnhem herinneringen aan hun vader Herbert Mogendorff op. 

 

Andere bronnen
Facebook Oud Arnhem
Margo Klijn, de Stille slag, Joodse Arnhemmers, 1933-1945. Arnhem 2014, tweede druk

 

Locatie Joods Monument Arnhem:
Kippenmarkt/Jonas Daniël Meijerplaats